Niet-bindende toelatingsproeven geven student beeld van slaagkansen

De Vlaamse Regering zet het licht op groen voor de verplichte deelname aan niet-bindende toelatingsproeven voor een groot aantal opleidingen. Dat moet studenten een duidelijk beeld geven of de gekozen studierichting wel iets voor hen is. Vlaams Parlementslid Koen Daniëls is verheugd met de beslissing: “Deze aanpak kent enkel winnaars: de studenten, de docenten en de ouders.”

De N-VA drong al een tijdje aan op deze regeling. De geïnteresseerde student zal door de nieuwe niet-bindende toelatingsproef zijn kansen en tekorten kunnen inschatten. Wie slechts enkele tekorten vaststelt, kan daaraan werken. Voor anderen zullen bepaalde richtingen gewoonweg afgeraden worden, in het belang van de student zelf.

Logische schakel in adviesketen

“Het heeft geen zin dat studenten aan een opleiding beginnen waarin ze amper slaagkansen hebben”, verklaart Koen Daniëls. “Dat zorgt alleen voor frustraties. Bij de studenten die na jaren studeren toch geen diploma halen. En bij de docenten waarvan quasi onmogelijke remediëringen gevraagd worden. Bovendien kost dit de ouders – die veelal de studiekosten betalen - en de maatschappij veel geld.”

Met deze beslissing zorgt Vlaanderen voor een logische opeenvolging van belangrijke adviezen in het onderwijs: de oriënteringsproef voor het einde van het secundair onderwijs, de klassenraad secundair onderwijs die op basis van alle elementen een advies geeft en vervolgens een niet-bindende toelatingsproef voor een eerste groep aan opleidingen. “Aan het sluitstuk moeten we nog werken”, besluit Daniëls. “Dat wordt een snellere heroriëntering voor wanneer het toch misloopt.”