
Samen verantwoordelijkheid nemen
Actie blijft dus noodzakelijk. Minister Demir plant dit najaar overleg met de sociale partners om bijkomende maatregelen te bespreken die het beroep aantrekkelijker moeten maken. Toch mag de blik niet alleen op de overheid gericht blijven, benadrukt Vlaams parlementslid Koen Daniëls: “Iedereen vraagt: wat doet de overheid? Dat is een terechte vraag, maar we moeten dit samen aanpakken, elk op zijn niveau om het beroep aantrekkelijk te maken én te houden. Want ook ouders en leerlingen dragen een verantwoordelijkheid. Je kan als ouder niet verlangen dat leerkrachten hun job blijven doen en langs de andere kant hen voor alles verantwoordelijk achten of als leerling de klas op stelten zetten. Ook de rol van directies en inrichtende machten kan niet overschat worden : een beleid waar leerkrachten en directie “aan één zeel trekken” is naar leerlingen toe duidelijk, maar geeft de leerkracht ook het gevoel dat de directie achter hem/haar staat.”
Planlast doet leerkrachten afhaken
Veel leerkrachten geven aan dat ze afhaken door nutteloze taken. De klassenraad zelf wordt als zinvol en essentieel beschouwd, maar de administratieve taken errond veel minder.
“Wat er vanuit de overheid aan papieren wordt verwacht door de leerkracht is zeer beperkt. Ik stel echter vast dat er andere niveaus zijn die verwachten dat leerkrachten allerlei zaken neerschrijven in uitgebreide teksten of sjablonen, soms met symbolen en tabellen. Dat noemt men planlast, omdat het geen meerwaarde biedt voor de leskwaliteit,” aldus Daniëls. “Daar heeft elkeen een verantwoordelijkheid in.”
Ook de administratie naar aanleiding van doorlichtingen zorgt voor frustratie: tussen wat de inspectie vraagt en wat sommige directies hun leerkrachten laten opmaken “omdat de inspectie het vraagt”, ligt soms een wereld van verschil.
Daarom deze oproep: “Wat de planlast en de administratie betreft: schrap op schoolniveau zelf. Wat niet in een decreet of besluit staat, hoeft niet. Doe het niet tenzij het iets is waar iedereen meerwaarde uit haalt en de tijd van het invullen minder is dan wat het oplevert.”
Volgens Daniëls moeten leerkrachten opnieuw kunnen focussen op hun kerntaak: lesgeven.
“In alles wat daarbovenop komt — of het nu van de directie, pedagogische begeleiding, scholengroep of inrichtende macht komt — moet kritisch geschrapt. Anders verliezen we leerkrachten.”
Opleiding en beleid versterken
Daarnaast vraagt Daniëls meer aandacht voor de lerarenopleiding.
“De meeste leerkrachten die stoppen, zijn beginners. Ze haken af omdat de aansluiting tussen de opleiding en de praktijk — de zogenaamde praktijkschok — niet goed zit. Er zijn drie cruciale onderdelen voor leerkrachten : vakkennis, vakdidactiek en klasmanagement.
Ook voor directeurs is een gerichte opleiding noodzakelijk, met een focus op personeelsbeleid.
“Directies beschikken over heel wat hefbomen,” zegt Daniëls. “Ze kunnen exitgesprekken voeren om te weten waarom leerkrachten vertrekken, maar ook inzetten op orde, discipline en structuur. Dat zijn zaken waar schoolleiders zelf het verschil kunnen maken én dat resulteert snel in een daling van het lerarentekort.”
Durf eerlijk te kijken
Tot slot pleit Daniëls voor een eerlijke analyse van wat leerkrachten vandaag effectief doen op school.
“We stellen vast dat sommige leerkrachten wel op papier voor de klas staan, maar dat in de praktijk niet doen. De leerkrachten die wél lesgeven, kampen dan weer met veel administratieve last, meestal opgelegd door mensen die zelf geen les geven. Dat is de realiteit. Die analyse moeten we durven maken. We zijn dat verschuldigd aan de belastingbetaler die 20 miljard euro in onderwijs investeert en aan onszelf in onderwijs om iedereen in te zetten op de plaats waar ze meest impact hebben : in rechtstreekse relatie met leerlingen.”