Echt geen ‘rocket science’

Naar aanleiding van het overlijden in een kinderopvang in Mariakerke begin dit jaar richtte het Vlaams Parlement een onderzoekscommissie op om de werking van het Agentschap door te lichten. Die onderzoekscommissie formuleerde 75 aanbevelingen en administrateur-generaal Katrien Verhegge werd bijgestaan door twee crisismanagers. Vorige week bleek dat crèches waar al jaren klachten waren van kindermishandeling nog steeds nauwelijks opgevolgd werden, met verwondingen bij baby’s en peuters als gevolg. Verhegge neemt daarom in onderling overleg afstand van haar functie.

“Naar aanleiding van de nieuwe onthullingen kwam de vraag naar de positie van Verhegge opnieuw en nog duidelijker dan voor de zomer. Na een half jaar is men er nog altijd niet in geslaagd om kort op de bal te spelen. Het is toch echt geen ‘rocket science’ om een lijst te maken van de weinige kinderopvanginitiatieven die onveilig zijn. Dat lukt blijkbaar niet”, stelt voorzitter van de onderzoekscommissie Koen Daniëls vast.

Drie dringende, duidelijke bijsturingen

Koen Daniëls en Freya Perdaens vinden dat er snel een doorstart moet komen voor de aansturing en de werking van het Agentschap en de handhavingsdiensten. Ze focussen daarbij op drie dringende, duidelijke bijsturingen:

  1. Duidelijkheid over de opvanginitiatieven waarover er in het verleden en ook nu klachten waren. Er moet een duidelijke lijst komen van die initiatieven en duidelijkheid over de opvolging bij elke crèche.
  2. Snel, effectief en eenduidig optreden bij opvanginitiatieven als er meldingen komen.
  3. Transparantie voor ouders. Wanneer ze opvang zoeken, moeten ze weten wat de voorgeschiedenis is. Als een opvanginitiatief wordt geschorst of gesloten, moet men de ouders ook betrekken, zodat zij ten minste weten wat de aanleiding is.

In het belang van iedereen

Een goede opvolging van de kinderopvanginitiatieven is in het belang van iedereen. “Mensen moeten weten dat het bordje ‘Erkend door Kind en Gezin’ aan een opvanginitiatief een garantie is op kwaliteit en veiligheid. Als dat niet zo is, worden alle mensen die werken in de kinderopvang plots verdacht. En dat verdienen zij niet”, besluiten Daniëls en Perdaens.